prostitutie

Lange tijd was een deel van de prostitutie binnen Rotterdam geconcentreerd in en om de Zandstraat. Maar in die buurt moesten het nieuwe stadhuis en het nieuwe postkantoor komen, zodat – omstreeks 1915 – de middenstanders uitgekocht werden en de buurt afgebroken.

Menig kroegbaas verplaatste de werkzaamheden toen naar de Schiedamsedijk, die daarmee een nieuw centrum van vertier werd. Maar tijdens het bombardement van 1940 werden daar vrijwel alle gebouwen vernield en moest opnieuw naar een andere plek worden uitgekeken – dat werd dus Katendrecht.

Maar ook al eerder was er vanzelfsprekend ook prostitutie op De Kaap – het was immers een zeemansbuurt. Al helemaal toen het in 1911 in Rotterdam ingevoerde bordeelverbod níet voor Katendrecht gold, waardoor ook toen al diverse prostituees hun werkterrein van de binnenstad naar Katendrecht verplaatsten. Maar het ging er allemaal rustig aan toe en de meeste contacten werden in de kroeg gelegd, ook in de periode van WO-II. Het leidde ertoe dat Katendrecht tijdens de oorlog voor de Duitse soldaten een no go area werd en het was ook de tijd van de bloei van de jazz aldaar. Ook in deze jaren en de jaren daarna verliep alles echter in goede harmonie met de bevolking en vrijwel iedere oud-Katendrechter kijkt met nostalgie terug op de tijd dat men een boodschapje voor een van de dames mocht doen en dan het (vele) wisselgeld mocht houden.

In de loop van de jaren veranderde echter het karakter van de prostitutie. Het aantal sexclubs groeide, er kwamen meer souteneurs (en dan met name van buiten Rotterdam) en de sfeer verhardde. Eind 1972 waren er 121 bordelen c.a. en bij elkaar zo’n 385 prostituees die vol continu hun diensten aanboden. Ondertussen leidde dat bij een deel van Katendrecht – en dan met name degenen die niet aan het vertier verdienden – bij monde van het Wijkorgaan Katendrecht tot klachten richting gemeentebestuur. Dat leidde tot een verbod om bij daglicht te ‘tippelen’ en er was ook wel wat meer politiecontrole, maar veel veranderde er niet.

Maar de Aktiegroep Redt Katendrecht – AREKA – onder leiding van Herman van Eijk – ging er fel tegenaan. Dat leidde tot heftige schermutselingen tussen voor- en tegenstanders, waarbij bedreigingen en wapengeweld niet werden geschuwd en ook het wijkgebouw in vlammen opging. Het gemeentebestuur koos de kant van de protesterende bewoners en besloot in 1975 dat de prostitutie op Katendrecht daadwerkelijk teruggedrongen moest worden. In 1977 vonden diverse ontruimingen plaats. Dat leidde weer tot nieuwe groeperingen: Verontrust Katendrecht en het Democratisch Overlegorgaan Katendrecht DOOK. Maar op 27 oktober 1981 werd het laatste bordeel (formeel) gesloten.

Dit alles neemt niet weg dat er ook binnen het gemeentebestuur eigenlijk gedurende de gehele periode (van kort na 1900 tot in 1981 – en zelfs daarna) diverse politici een voorstander van deze concentratie van prostitutie op Katendrecht waren. Niet alleen vanuit de overweging dat deze faciliteit toch ‘ergens’ geboden moest worden, maar ook dat uitwaaiering van prostitutie over de stad tot meer overlast zou leiden. Bovendien had Katendrecht als groot voordeel dat het vanwege de ligging – een schiereiland – zo nodig eenvoudig afgesloten kon worden.

Daarna zij  nog pogingen gedaan om elders zo’n concentratie van prostitutie te realiseren, zoals in het Poortgebouwof door het afmeren van een seksschip. Met name ook vanwege de verschillen van mening tussen rijks- en gemeentelijke overheid is het er nooit van gekomen.

Wie meer over dit onderwerp wil weten moet zeker ‘Prostitutiebeleid in Rotterdam (1828-1982) – De naakte feiten over mislukte pogingen de prostitutie te concentreren en te kanaliseren’ van Fermande Hazewinkel (Gemeentelijke Archiefdienst Rotterdam, 1982) lezen.

Hier enkele namen uit vervlogen tijden:

sekshuizen

  • Blonde Lies – bordeel
  • Coconuts for Sex
    Atjehstraat (98?)
  • Dikke Toos – bordeel
    Delistraat
  • Dirty Diana
  • Eros Centrum
    Veerlaan 64
  • Sex Play Inn
    Atjehstraat 69

prostituees

  • Noor
  • Zamora, Maria

Zoals vele anderen op Katendrecht had ook menig prostituee een bijnaam. Zo waren er Aaltje met de bezemstok, Bet Zonder Kont, Brabantse Corrie, Dikke Toos, Klaartje Douwreet, Manke Bet, Marie de Bril, Marietje Hoelala, Nel de Vloek, Ratje, Rooie Pietje, Schele Agaath, Tijger Annie, Zwarte Nan …

bordeelhouders c.a.

  • Freddy Baars
  • Dolle Dries
  • Jan van Oostenbrugge – bordeelhouder (bijnaam Jan de Nek) en omstreeks 1973 woordvoerder Katendrechtse Middenstandvereniging KMV
  • Rinus Smits

Opvallend is dat sinds de bedoelde revival van de kaap, in de 21ste eeuw, uitgerekend de nieuwe ondernemers – aangevoerd door de Ondernemersvereniging Katendrecht – de sekt nogal als handelsmerk hanteren. Zo lopen er tijdens de Nacht(en) van de Kaap diverse schaars geklede dames rond en worden etalageruiten gesierd met opschriften als ‘topless bediening’. Presenteerde genoemde OVK zich in 2012 als ‘Wij doen het op de Kaap’, hetgeen gelet op de historie een duidelijke ‘knipoog’ is

Kdr Wij doen het op de Kaap

en presenteerden de ondernemers van Beppie Bakgraag, Fair4Hair, Izmooizo en MK Floral Design zich voorjaar 2013 als: Van ‘de meisjes’ van het Deliplein. Opvallend dat de eigenaresses van Delikaat en Kwiezien zich hier niet voor leenden

Kdr De meisjes van het Deliplein

En met zo’n opstelling was het natuurlijk te verwachten dat de Rijnhavenbrug dan spontaan de naam de bijnaam ‘de Hoerenloper’ kreeg. Tsja … daar waren lang niet alle Kapenezen blij mee: zie bijvoorbeeld dit filmpje.

[weer terug naar boven]

Plaats een reactie